Tweedeverblijvers in België : met hoeveel zijn we eigenlijk?

Voor zover ons bekend, kent niemand het aantal tweede verblijven in België. Voor het Vlaamse Gewest heeft de Studiedienst van de Vlaamse Regering in 2016 voor het laatst het aantal tweede verblijven in het Vlaamse Gewest in kaart gebracht. De studie maakt een onderscheid tussen tweede verblijven in verblijfparken (campings, e.a.)  en tweede verblijven buiten verblijfparken.

De auteurs van de studie telden voor de eerste categorie (tweede verblijven in campings, etc.)  in heel Vlaanderen 53.262 tweede verblijven of (op dat moment) of 1,7% van alle woongelegenheden. Het hoogste aantal tweede verblijven in verblijfparken telde men  uiteraard aan de kust en meer bepaald in Middelkerke, De Haan en Bredene, waar tussen de 6.000 en 7.000 tweede verblijven van deze aard werden geteld. Daarna volgde Koksijde met ruim 2.000 van deze tweede verblijven.  Nieuwpoort, Knokke-Heist en De Panne volgden met tussen de 700 en 735.. Acht niet-kustgemeenten hadden ook tussen 700 en 1.000 tweede verblijven op vakantieparken, namelijk Kasterlee, Lille, Berlare, Herselt en Lanaken, Bocholt, Stekene en Maaseik.

Voor de tweede categorie – tweede verblijven in gewone gebouwen, m.a.w. huizen en appartementen – telden de auteurs (na talrijke correcties om bijv. studentenkoten niet mee te tellen) voor het hele Vlaamse Gewest in absolute cijfers 161.647 tweede verblijven. Knokke-Heist telde met 18.001 het hoogste aantal tweede verblijven in gewone gebouwen, dus in woonhuizen of appartementen. Ook in Koksijde en Middelkerke telde de studie van 2016 ongeveer 12.000 “gewone” tweede verblijven, in Oostende ruim 10.000. In de andere kustgemeenten schommelde hun aantal tussen de 5.700 en 7.600. Bredene viel op dat moment met 1.056 tweede verblijven in gewone gebouwen nog net uit de topvijftien. Naast de kust ontdekten de auteurs ook  grote absolute aantallen tweede verblijven in enkele steden: Antwerpen spande de kroon met bijna 18.000; Gent, Brugge, Kortrijk, Hasselt en Mechelen volgden met tussen de 2.400 en 6.000 tweede verblijven. Het feit dat deze steden in deze lijst staan heeft deels te maken met het feit dat mensen die in Antwerpen of andere Vlaamse steden wonen, hun domicilie in Knokke-Heist of een andere kustgemeente registreren.

Voor de volledige studie: klik hier. Of ooit een gelijkaardige studie is verricht voor het Waalse Gewest, is ons niet bekend.

Toegang tot tweede woningen in Duitsland tijdens de corona lock-down

De maatregelen in Duitsland in de strijd tegen het coronavirus waren van meet af aan niet gericht op een algemeen verbod op de toegang tot tweede woningen. Aan het begin van de pandemie waren er verschillende voorschriften voor tweede woningen naargelang de deelstaat. Er waren aanbevelingen en in sommige deelstaten werd het burgers die niet hun hoofdverblijf in de deelstaat van hun tweede woning hadden, aanvankelijk verboden om de grens van hun deelstaat over te steken en hun tweede woning te bezoeken.

Dit veranderde snel nadat de administratieve rechtbanken in een aantal deelstaten het verbod op het gebruik van tweede woningen hadden opgeheven of opgeschort. De rechtbanken vonden het verbod om naar de tweede verblijfplaats te reizen disproportioneel en dus onwettig. De regeringen van de betrokken deelstaten hebben hierop gereageerd door hun regelgeving onverwijld te wijzigen.

Enkel voorbeelden:

  • Berlijn/Brandenburg: na een beslissing van het Hoger Administratief Gerecht van Berlijn-Brandenburg in maart heeft een woordvoerder van het Brandenburgse Ministerie van Binnenlandse Zaken duidelijk verklaard: “Iedereen die een vakantiehuis of appartement in Brandenburg bezit, mag dit natuurlijk zelf gebruiken”.
  • Mecklenburg-Vorpommern, een zeer toeristische regio aan de Duitse Oostzeekust: na een uitspraak van het Hooggerechtshof van Greifswald op 9 april 2020, dat het reisverbod voor de lokale bevolking heeft opgeheven, heeft de deelstaatregering op 17 april 2020 besloten dat iedereen die in Mecklenburg-Vorpommern woont, elke plaats daar mag bezoeken, inclusief een tweede huis aan de kust en op de Oostzee-eilanden.
  • Sommige deelstaten in Duitsland, zoals Beieren, ook een streek met zeer aantrekkelijke en populaire toeristische plaatsen, evenals Saksen-Anhalt en Noordrijn-Westfalen, hebben op geen enkel moment het eigen gebruik van tweede woningen verboden.

Conclusie: in Duitsland werden de tweedeverblijvers tijdens de corona-crisis uiteindelijk niet verhinderd om van hun eigendom gebruik te maken, zelfs indien dat in een andere deelstaat lag.

Lock-down en tweede verblijven in Frankrijk: een andere aanpak dan het zeer strenge verbod in België

Vanaf dinsdag 17 maart ’s middags ging Frankrijk, net als de meeste andere landen in Europa rond dezelfde periode, in lock-down. Slechts enkele verplaatsingen waren toegestaan en alleen op basis van een attest. Bij gebrek aan bewijs riskeerden onze Franse buren een boete van 135 euro. In tegenstelling tot wat we in België zagen, was het doorbrengen van de lock-down in een tweede verblijf niet verboden. Mensen die op 17 maart om 12 uur ‘s middags in hun tweede verblijfplaats waren, mochten daar blijven.

Weliswaar was het absoluut verboden om heen en weer te pendelen tussen het tweede verblijf en de hoofdverblijfplaats. Net als in België zorgde de aanwezigheid van de eigenaars in hun tweede verblijfplaats voor enige commotie onder een deel van de lokale bevolking. In een interview met Paris-Match gaf antropoloog Jean-Didier Urbain enkele interessante commentaren op wat er in Frankrijk gebeurde.

Klik hier om het interview (in het Frans) te lezen.

Hoe vind ik als mede-eigenaar een betrouwbare syndicus?

Veel tweede verblijven, in het bijzonder aan de Belgische Kust, zijn appartementen in appartementsgebouwen. Eigenaars van die appartementen – permanente bewoners, niet-permanente bewoners en eigenaars-verhuurders – bevinden zich dan in een relatie van gedwongen mede-eigendom en vormen samen een vereniging van mede-eigenaars.

Meer dan eens klagen de mede-eigenaars over een gebrek aan transparantie vanwege de syndicus. ‘De syndicus weigert de facturen voor te leggen waarop zijn rekeningen zijn gebaseerd, de syndicus speelt onder één hoedje met de bouwpromotor, de syndicus strijkt een commissie op bij de aanstelling van aannemers,…’ Het zijn maar enkele terugkomende klachten. Er zijn helaas ook verhalen van syndici die de rekeningen van de mede-eigenaars plunderen. Een recent voorbeeld kan men hier lezen.

Jammer genoeg bestaan er geen lijsten van ‘betrouwbare’ syndici. Men kan zich natuurlijk richten tot andere verenigingen van mede-eigenaars om te polsen naar hun ervaringen. Sinds 2018 moeten verenigingen van mede-eigenaars in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) registreren wie zij als syndicus hebben aangesteld.

Eén van de doelstellingen van TWERES bestaat erin die uitwisseling van ervaringen met syndici te faciliteren (bijvoorbeeld door kwaliteitsbeoordelingen te verzamelen).