TWERES VZW uit de startblokken Nieuwe vereniging komt op voor tweedeverblijvers met respect en begrip voor de belangen van iedereen

De vereniging VZW TWERES (TWEedeverblijvers/RESidents secondaires) werd opgericht om een stem te geven aan tweedeverblijvers. Het initiatief vond zijn oorsprong tijdens de corona lockdown. In tegenstelling tot onze buurlanden, werden tweedeverblijvers in België verplicht om, bij de ingang van de maatregelen naar hun domicilie te gaan en daar te blijven. Na deze onverkwikkelijke periode, wil TWERES de belangen van de grote groep van tweedeverblijvers in België blijvend behartigen. De vereniging wil dit echter doen met respect en begrip voor de rechten van permanente inwoners, korte verblijvers, dagtoeristen en alle andere belanghebbenden.

Meer dan een kwart miljoen gezinnen en alleenstaanden hebben in België, buiten hun domicilie, een woonst waar zij op regelmatige basis verblijven. Dat kan een stacaravan zijn, een chalet in een vakantiepark in Limburg, een appartement aan de Kust of een huisje in de Ardennen. Samen vormen ze een heterogene groep van mensen uit alle categorieën van de bevolking. Tweedeverblijvers leveren op sociaal, economisch en fiscaal vlak een substantiële bijdrage tot de lokale gemeenschap van hun tweede verblijf, terwijl ze helemaal geen inspraak hebben in het beleid van die gemeenschap.
Het initiatief om de tweedeverblijvers te verenigen in de vzw TWERES ontstond in mei, tijdens de exit uit de lockdown. Toen het verbod om naar het tweede verblijf te gaan ook nog bleef gelden terwijl winkels en scholen al open waren, werd een juridische procedure gestart tegen de Belgische Staat. Het resultaat liet niet op zich wachten. Nog voor de Raad van State de zaak in behandeling kon nemen, werden de politici wakker en verdrongen ze zich voor de camera’s om aan te kondigen dat het verbod stante pede zou worden afgeschaft. Uit die ervaring leerden tweedeverblijvers dat ze een invloedrijke groep vormen, op voorwaarde dat ze zich organiseren.

Die periode bracht ook aan het licht dat tweedeverblijvers met verschillende andere problemen te kampen hebben.  Bijvoorbeeld voelen vele tweedeverblijvers zich fiscaal benadeeld door lokale overheden; eigenaars-bewoners van stacaravans op campings hebben veel vragen over hun contracten met campinguitbaters. Tweedeverblijvers in appartementsgebouwen staan vaak alleen met hun problemen ten aanzien van de syndicus. Wie een tweede verblijf in Vlaanderen heeft, vreest momenteel opnieuw benadeeld te worden door de aangekondigde berekeningswijze van de energiedistributietarieven die vanaf 2022 zal gelden. Dat zijn slechts enkele voorbeelden.

Voorzitster van TWERES, Marie-Anne Coninsx benadrukt: „De missie van TWERES reikt veel verder dan het protest in de context van de coronacrisis.  De vereniging wil weerklank geven aan de  bekommernissen en belangen van tweedeverblijvers uit alle lagen van de bevolking. We wensen dit te doen met respect en begrip voor de rechtmatige belangen van iedereen”.

Tweedeverblijvers vragen meer inspraak in de  gemeenschap van hun tweede thuis. Tegelijk wil TWERES ook af van het onterecht stigmatiseren van tweedeverblijvers. “Het imago dat enkel een geprivilegieerde klasse van de bevolking bezitter is van een tweede verblijf, beantwoordt helemaal niet aan de realiteit”, aldus Coninsx.

TWERES doet – onder de slogan “Op de bres vooor tweedeverblijvers” – een oproep aan alle tweedeverblijvers in gans het land, om de vereniging te steunen en  mee te werken aan de uitbouw ervan. Lid worden kan in een handomdraai via de website www.tweres.be waar alle informatie – zoals missie, actiepunten, statuten – ter beschikking is.

Voor nadere informatie over TWERES kunt u contact opnemen met: Marie-Anne Coninsx :+32 497 91 42 72, e-mail: maconinsx@gmail.com of rechtstreeks met het TWERES secretariaat via +32 485 169 145, e-mail: info@tweres.be.
Website TWERES: www.tweres.be; Twitter: @twe_res

Bio Marie-Anne Coninsx

Marie-Anne Coninsx is afkomstig uit Limburg (Tongeren), met tweede verblijf in Koksijde aan de Belgische kust. Marie-Anne is juriste en gewezen Europese diplomate. De afgelopen 10 jaar was ze achtereenvolgens EU ambassadeur in Mexico, in Canada en de eerste EU ambassadeur voor het  Noordpoolgebied (Arctic). Ze studeerde rechten aan de Universiteit Gent, en deed postuniversitaire studies aan de universiteiten van Cambridge (VK) en CEU-Nancy (FR).

Twitter: @MarieAnnConinsx 

La facture d’électricité pour une résidence secondaire en Flandre à partir de 2022 sera nettement plus élevée.

À partir du 1er janvier 2022, les coûts de réseau sur la facture d’électricité seront calculés différemment en Flandre. Les coûts du réseau sur la facture d’électricité seront alors déterminés par la capacité de pointe requise du réseau. Pour être plus précis : les coûts de réseau d’une famille dépendront à 80 % de la capacité de réseau consommée par cette famille aux heures de pointe. La consommation effective ne comptera que pour 20 %.

Il sera donc important pour les familles de répartir leur consommation d’électricité. Utiliser, en même temps, divers appareils électriques – machine à laver, aspirateur, friteuse, chauffage électrique, etc. – sera découragé. Dans tous les cas, chaque ménage devra payer une contribution minimale correspondant à une capacité de pointe de 2,5 kilowatts. Si, en allumant plusieurs appareils en même temps, on exige plus de capacité du réseau, le taux sera beaucoup plus élevé. Selon le régulateur flamand de l’énergie (VREG), un ménage moyen a aujourd’hui une consommation de pointe de 3,15 kilowatts.

La consommation de pointe d’un ménage est calculée sur 12 mois. Lorsqu’une famille connaît un pic de consommation très élevé au cours d’un certain mois, par exemple autour de Noël, la consommation moyenne de pointe augmente.

Le nouveau calcul ne peut être effectué qu’avec un compteur d’électricité numérique. Ce nouveau compteur n’a pas encore été installé chez tout le monde. Le gouvernement flamand a récemment décidé que d’ici 2024, plus de 80 % des ménages flamands devraient disposer d’un compteur numérique.

Cette longue explication est nécessaire pour comprendre pourquoi la facture d’électricité des résidences secondaires va devenir considérablement plus chère. Jusqu’à présent, nous payons l’électricité que nous consommons réellement pour notre deuxième séjour. Toute personne qui ne vient pas à la résidence secondaire a une faible consommation annuelle et donc une faible facture énergétique. Ce sera radicalement différent à l’avenir. Nous examinons également les pics de consommation des résidences secondaires pour 80 %. Voilà le chat sur la corde. Pour les mois où le deuxième séjour est vide, une consommation de pointe de 2,5 kilowatts sera également calculée. La contribution minimale correspondant à une capacité de pointe de 2,5 kilowatts s’appliquera également au deuxième séjour.

Tout cela soulève de nombreuses questions. De nombreux résidents de second séjour, en particulier les propriétaires de mobil-homes, coupent l’électricité pendant les mois d’hiver. Il semblerait qu’ils devront encore payer un minimum pour ces mois, ce qui correspond à une consommation de pointe de 2,5 kilowatts.

Avec TWERES, nous allons certainement garder un œil sur cette question. Pour suivre cette question, nos membres peuvent visiter notre groupe Facebook (voir le bouton Facebook en bas de notre page d’accueil), qui est exclusivement accessible à nos membres.

Stroomfactuur voor tweede verblijven vanaf 2022 fors duurder?

Vanaf 1 januari 2022 worden de Vlaamse netkosten op de elektriciteitsfactuur anders berekend. De netkosten op de stroomfactuur zullen dan bepaald worden door het piekvermogen dat van het net gevraagd wordt. Om preciezer te zijn: de netkosten van een gezin zullen voor 80 procent afhangen van de netcapaciteit die door dat gezin op piekmomenten verbruikt wordt. Het effectieve verbruik zal nog slechts voor 20 procent meetellen.

Het zal er dus voor gezinnen op aankomen om het stroomverbruik te spreiden. Tegelijk verschillende elektrische apparaten – wasmachine, stofzuiger, frietketel, elektrische verwarming, enz. – aanschakelen wil men ontmoedigen. In elk geval zal ieder huishouden een minimumbijdrage moeten betalen die overeenkomt met een piekcapaciteit van 2,5 kilowatt. Wanneer,  men door meerdere apparaten tegelijk aan te schakelen,  meer vermogen eist van het net, wordt het tarief veel hoger. Volgens de Vlaamse energieregulator (de VREG) heeft een gemiddeld gezin vandaag een piekverbruik van 3,15 kilowatt.

Het piekverbruik van een huishouden wordt over 12 maanden berekend. Wanneer een gezin, bijvoorbeeld rond de kerstperiode, in een bepaalde maand een zeer hoog piekverbruik heeft, gaat dat gemiddeld piekverbruik omhoog.

De nieuwe berekening kan enkel met een digitale elektriciteitsmeter. Die nieuwe meter is nog lang niet bij iedereen geïnstalleerd. De Vlaamse regering besliste onlangs dat tegen 2024 ruim 80 procent van de Vlaamse gezinnen een digitale meter moeten krijgen.

Die lange uitleg is nodig om te begrijpen waarom de stroomfactuur speciaal voor tweede verblijven fors duurder zal worden. Tot nu toe betalen wij voor ons tweede verblijf de elektriciteit die we reëel verbruiken. Wie weinig naar het tweede verblijf komt, heeft een laag jaarverbruik en dus een lage energiefactuur. Dat zal dus radicaal anders zijn in de toekomst. Er wordt ook voor tweede verblijven voor 80 procent gekeken naar het piekverbruik.  Hier komt nu de kat op de koord. Ook voor de maanden waarin het tweede verblijf leeg staat, zal gerekend worden op basis een piekverbruik van 2,5 kilowatt. De minimumbijdrage die overeenkomt met een piekcapaciteit van 2,5 kilowatt zal namelijk ook voor het tweede verblijf gelden.

Bij dit alles rijzen nog veel vragen. Veel tweedeverblijvers, speciaal de eigenaars van stacaravans, schakelen de elektriciteit uit tijdens de wintermaanden. Zoals het er nu naar uitziet, zullen zij desondanks ook voor die maanden een minimum moeten betalen dat overeenkomt met een piekverbruik van 2,5 kilowatt.

Met TWERES houden we dit zeker in het oog. Om deze kwestie op te volgen kunnen onze leden terecht in onze Facebookgroep (zie de Facebookknop onderaan onze homepagina), die exclusief voor onze leden toegankelijk is.

Lesen Sie auf der Website der GDENA Anwälte (11. Mai 2020): COVID-Maßnahmen und Eigentumsrechte in einem (zu großen) Spannungsverhältnis. Haben (einige) Bürgermeister an der Küste in einem Punkt Recht?

In den letzten Tagen gab es viel Aufregung über die Nichtzulassung sogenannter Zweitbewohner an der Küste und in den Ardennen. Das örtliche Gastgewerbe und die Händler schreien Alarm. Es wird gesagt, dass es wenig Sinn macht, Geschäfte zu eröffnen, wenn ihre Hauptkunden nicht kommen dürfen. Ferienhäuser an der Küste erwirtschaften einen Umsatz von 1,5 Milliarden Euro, wovon 1,1 Milliarden von Zweitbewohner stammen. Auf sie entfallen 13,6 Millionen der 30 Millionen Übernachtungen an der Küste.

Um den vollständigen Text – auf Niederländisch – zu lesen: hier klicken.

Zweitwohnsitzsteuer und die Corona Krise

Beitrag von Herrn Bart Engelen über die Rechtsprechung zur Kommunalsteuer auf Zweitwohnungen: Zweitwohnsitzsteuer und die Corona Krise

Immer wieder kommt es vor, dass Gemeinden wie Koksijde, Knokke und De Panne bei Klagen vor Gericht von Zweitwohnungsbewohnern gegen die unverhältnismäßige Gemeindesteuer auf Zweitwohnsitze unterliegen. Dies scheint diese Gemeinden nicht zu stören, weiterzumachen. Il est grand temps de répondre de manière organisée …

Um den vollständigen Text – auf Niederländisch – zu lesen: hier klicken

Second residents in Belgium : how many are we actually with?

As far as we know, nobody knows the number of second homes in Belgium. For the Flemish Region, the Study Service of the Flemish Government mapped out the number of second homes in the Flemish Region for the last time in 2016. The study distinguishes between second homes in private camping sites and holiday parks, and second homes in open residential zones (houses and apartments).

The authors of the study counted for the first category (second stays in campsites, etc.) in the whole of Flanders 53.262 second stays or (at that time) or 1.7% of all residences. The highest number of second homes in residential parks was of course found on the coast and more specifically in Middelkerke, De Haan and Bredene, where between 6.000 and 7.000 second homes of this type were counted. This was followed by Koksijde with more than 2.000 of these second residences. Nieuwpoort, Knokke-Heist and De Panne followed with between 700 and 735. Eight non-coastal municipalities also had between 700 and 1.000 second homes on holiday parks, namely Kasterlee, Lille, Berlare, Herselt and Lanaken, Bocholt, Stekene and Maaseik.

For the second category – second residences in ordinary buildings, i.e. houses and apartments – the authors counted (after numerous corrections, e.g. to exclude student rooms)161.647 second residences in absolute figures for the entire Flemish Region. At 18.000, Knokke-Heist had the highest number of second homes in ordinary buildings, i.e. houses or apartments. Also in Koksijde and Middelkerke the 2016 study counted about 12.000 “ordinary” second homes, in Ostend more than 10,000. In the other coastal municipalities their number fluctuated between 5.700 and 7.600. At that time Bredene was just out of the top fifteen with 1.056 second homes in ordinary buildings. In addition to the coast, the authors also discovered large absolute numbers of second homes in a few cities: Antwerp came top with almost 18.000; Ghent, Bruges, Kortrijk, Hasselt and Mechelen followed with between 2.400 and 6.000 second residences. The fact that these cities are on this list is partly due to the fact that people living in Antwerp or other Flemish cities register their domicile in Knokke-Heist or another coastal municipality (e.g. incited by the favourable local tax regime for “official” permanent residents).

For the complete study (in Dutch): click here. We do not know whether a similar study has ever been carried out for the Walloon or Brussels Capital Region.