Wat stelt TWERES voor om manifeste misbruiken door sommige campinguitbaters ten aanzien van hun campingbewoners tegen te gaan?
Zoals we al in eerdere blogberichten schreven: wie een stacaravan of een vakantiehuisje bezit op een camping staat ten aanzien van de campingeigenaar steeds in een zeer afhankelijke positie. De campingeigenaar kan namelijk elk jaar, zonder enige motivering, het huurcontract stopzetten. Een stacaravan is in theorie wel verplaatsbaar maar in de praktijk kost dat veel geld en moeite. Vaak is een kraan en steeds ook een vrachtwagen met oplegger en begeleiding voor “uitzonderlijk vervoer” vereist. De kosten kunnen tot zes- à achtduizend euro oplopen. Bovendien is het niet evident om op korte termijn een staanplaats op een andere camping te vinden.
Als gevolg daarvan houden de campingbewoners zich gewoonlijk zeer gedeisd en aanvaarden ze gedwee elke maatregel die de campingeigenaar hen oplegt. Wie moeilijk doet, riskeert namelijk op het einde van het jaar de stacaravan van de camping te moeten verwijderen. Lang niet alle campingeigenaars maken misbruik van de zwakke positie van hun bewoners. Er zijn echter helaas ook campings waar die afhankelijkheidspositie maximaal uitgebuit wordt door de uitbater. Klachten daarover komen wekelijks bij TWERES binnen.
Welke misbruiken?
Veel klachten gaan over willekeurige prijsverhogingen. Daarnaast worden campingbewoners soms verplicht om bepaalde werken, zoals aanleg van een terras of aanbouw van fietsenstalling door de uitbater zelf te laten uitvoeren, tegen een door hem eenzijdig opgelegde prijs. In bepaalde campings mag een eigenaar van een stacaravan deze niet verkopen en het huurcontract overdragen zonder daarvoor een fiks bedrag aan de uitbater te betalen. Campingbewoners vernemen ook soms op heel korte termijn dat hun stacaravan van het terrein moet verdwijnen. Voor sommige gezinnen die er vaak generaties lang hun vakanties hebben doorgebracht, valt dat zeer zwaar.
Nood aan wettelijke bescherming
Om de mogelijkheid tot misbruiken tegen te gaan, is een betere wettelijke bescherming van de campingbewoners nodig. Vanuit juridisch oogpunt vallen deze bewoners onder het consumentenbeschermingsrecht. Consumentenbescherming dient precies om de ongelijke contractuele relatie tussen ondernemingen en consumenten te compenseren door het opleggen van dwingende wettelijke regels. Het wetboek voor economisch recht laat de overheid ook toe om voor bepaalde sectoren typecontracten op te leggen zodat er een beter evenwicht tussen de contractpartijen ontstaat.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Frankrijk, is in België daarvoor tot nu toe door de overheid nog geen enkele stap gezet. Campingbewoners die het slachtoffer worden van de aangehaalde misbruiken blijven daardoor in de kou staan. Bestaande instellingen zoals de Consumentenombudsdienst of “ConsumerConnect” bieden geen soelaas door het gebrek aan aangepaste regelgeving.
Waarom bieden de bestaande regels onvoldoende bescherming?
De bestaande regels voor de bescherming van consumenten – bijvoorbeeld inzake informatieverplichtingen, prijsverhogingen, eerlijke handelspraktijken, onrechtmatige bedingen, etc. – lossen het probleem van de bestaande misbruiken niet op. De regels veronderstellen dat de consument overtredingen van die regels kan aanklagen zodat actie kan ondernomen worden. Een eigenaar van een stacaravan of een chalet die een staanplaats heeft gehuurd en overtredingen aanklaagt, riskeert echter op het einde van het seizoen de camping te moeten verlaten. De campinguitbater kan namelijk eenzijdig zonder opgave van redenen, beslissen om het huurcontract niet meer te verlengen. De afhankelijkheidspositie waarin de campingbewoners zich bevinden, vormt eigenlijk de kern van het probleem. Daaraan kan enkel verholpen worden door in te grijpen in de contractuele relatie tussen beide partijen met het oog op een beter evenwicht.
Typecontracten naar Nederlands voorbeeld
Volgens TWERES moet de federale overheid, in overleg met campingeigenaars en campingbewoners, werk maken van een typecontract. Het gebruik van een typecontract kan verplicht worden maar het kan ook aangemoedigd worden door het te koppelen van het vergunningenbeleid. In België moet daarvoor met de regionale overheden worden overlegd die, zoals het agentschap Toerisme Vlaanderen, bevoegd zijn voor deze materie.
Daarbij moet gestreefd worden naar een goed evenwicht tussen de belangen van beide partijen. Inspiratie kan gevonden worden bij de Nederlandse “RECRON voorwaarden voor vaste plaatsen”. Enkele voorbeelden van clausules in dat typecontract zijn:
- De campinguitbater kan de prijs slechts aanmerkelijk verhogen indien hij dit motiveert en indien hij dit ten minste achttien maanden op voorhand heeft meegedeeld.
- Een ingrijpende wijziging van het campingreglement moet de campinguitbater uiterlijk zes maanden voor het einde van het overeenkomstjaar meedelen.
- Bij een onderhandse verkoop van een stacaravan, mag de campinguitbater het sluiten van een contract voor de huur van de staanplaats met een koper van de stacaravan niet afhankelijk stellen van een financiële tegemoetkoming of niet verplichten dat de verkoop enkel door zijn bemiddeling tot stand kan komen.
- Heel belangrijk: de overeenkomsten gelden weliswaar voor één jaar maar de verlenging is automatisch en kan niet zonder geldige reden door de campinguitbater worden geweigerd. De mogelijke geldige redenen worden in het contract opgesomd (bijv. het niet respecteren, ook na schriftelijke waarschuwing, van het campingreglement of de stacaravan “ondanks schriftelijke waarschuwing in een zodanig slechte staat verkeert, dat het aanzien van het terrein en de directe omgeving wordt geschaad”.).
- De eigenaar van de stacaravan heeft minimale rechten wanneer de campinguitbater wil overgaan tot herstructurering (bijv. renovatiewerken). De campinguitbater zorgt er zo veel mogelijk voor dat de recreant in de periode voor aanvang van de herstructurering niet op hinderlijke wijze in zijn recreatiegenot wordt gestoord door voorbereidende werkzaamheden.
- Indien omwille van die werken het huurcontract voor de staanplaats stopgezet moet worden, geldt een opzegtermijn van één jaar.
- In geval van herstructurering waarbij de campinguitbater de overeenkomst beëindigt, is de campinguitbater verplicht de recreant zo mogelijk een plaats (minimaal gelijkwaardig) op het terrein aan te bieden, tenzij het stacaravan, gezien de leeftijd van het stacaravan en/of de staat waarin dit verkeert, niet meer op het terrein past.
- Indien een minimaal gelijkwaardige plaats niet op het terrein beschikbaar is, heeft de eigenaar van de stacaravan recht op een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten. De verplaatsingskosten vanaf de plaats tot buiten het terrein zijn voor rekening van de campinguitbater.
- Ook heel belangrijk: geschillen tussen campinguitbaters en caravaneigenaars kunnen voorgelegd worden aan een gemengde geschillencommissie waarin naar RECRON, ook ANWB en de Consumentenbond zetelen. Beide partijen zijn gebonden aan uitspraken van de geschillencommissie.