Knokke-Heist betaalt aan 18 tweedeverblijvers omstreden gemeentetaks en gerechtskosten terug

Op 5 november had het Hof van beroep in Gent in 18 procedures de belasting op tweede verblijven in Knokke-Heist onwettig verklaard en de gemeente veroordeeld tot terugbetaling van die belasting en vergoeding van de gerechtskosten. Zoals in eerdere arresten oordeelde het Hof opnieuw dat de gemeente het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel schendt door geen aanvullende personenbelasting te heffen op het inkomen van vaste bewoners. Volgens het Hof rechtvaardigt Knokke-Heist onvoldoende waarom eigenaars van tweede verblijven in de gemeente wèl worden belast. De rechters vinden de redenen die de gemeente daarvoor aanhaalt, niet overtuigend en achten het verschil in fiscale behandeling van de tweedeverblijvers in vergelijking met de vaste inwoners, discriminerend.

Onlangs heeft de gemeente beslist om de arresten waarin ze ongelijk kregen, vrijwillig uit te voeren “onder voorbehoud van cassatie”. Ondertussen hebben de meeste betrokken tweedeverblijvers via hun belangenvereniging TWERES, die voor hen de bezwaarprocedures voerde, de bedragen op hun bankrekening ontvangen.

De gemeente Knokke-Heist is in verband met de belasting op tweede verblijven reeds meermaals in het ongelijk gesteld door het Hof van beroep te Gent. Dat gebeurde, voor wat betreft het momenteel geldende fiscaal gemeentereglement, een eerste keer in een arrest van 2 mei 2023. Tegen dit eerste arrest heeft de gemeente een voorziening in cassatie ingediend. Het cassatiearrest daarover wordt tegen eind 2025 verwacht.

De kans dat het Hof van Cassatie het arrest van 2 mei 2023 zal verbreken is wellicht niet zeer groot maar natuurlijk niet volledig uit te sluiten. Indien het arrest effectief wordt verbroken, wordt die zaak verwezen naar een ander  hof van beroep (wellicht Antwerpen) en daar opnieuw ingeleid. In dat geval kan niet met absolute zekerheid uitgesloten worden dat het andere Hof anders oordeelt dan het Hof van beroep te Gent. Een eventueel arrest waarin geoordeeld wordt dat de gemeentebelasting van 2021 toch rechtmatig werd geheven, is theoretisch dus nog mogelijk, echter zeker niet voor 2027 of 2028.

Indien dat zou gebeuren, kan de gemeente Knokke-Heist op dat moment in theorie nog beslissen om ook in andere gelijkaardige dossiers nog een voorziening in cassatie in te dienen. Zij kan natuurlijk ook erop rekenen dat, zolang haar advocaten erin slagen om een zweem van juridische onzekerheid in stand te houden, slechts een minderheid van tweedeverblijvers een bezwaarprocedure zullen inleiden. Voorlopig blijft het aantal tweedeverblijvers die in Knokke de gemeentebelasting voor het gerecht betwisten, beperkt tot enkele tientallen per aanslagjaar. Zolang het Hof van Cassatie niet ingrijpt, leidt elke procedure momenteel tot een veroordeling van de gemeente, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.